Vlielander ZeemansKoor

Vlielander ZeemansKoor

Achtergrond

1. West-zuid-west van Ameland



West-zuid-west is geen echt zeemanslied, maar een z.g. ballastlied dat werd gezongen als de ballast aan boord werd gebracht.

De beladen schepen gingen bij vloed op de rede voor anker zodat ze bij eb droog kwamen te vallen op het wad. Dan konden de eilandervoerlui met paard en wagen langszij van het schip komen en zo de lading die bestemd was voor het eiland overnemen.


Deze zeilschepen konden alleen varen als ze goed en zwaar waren beladen. De schepen waren topzwaar en als ze leeg zouden varen bestond er een grote kans dat ze zouden kapseizen. Om dat te voorkomen werd er ballast meegenomen. Goedkopere ballast dan zand was er niet.

Ballastsjouwers gingen dan eerst met manden het Wad op, schepten daar zand in en storten dit als ballast in bepaalde plaatsen in het ruim van het schip. Dit zand werd nat gehouden om het schuiven tegen te gaan, dit vind men terug in de tekst van dit lied.


Ons koor sluit vaak het optreden af met dit liedje dat ooit bij het ontstaan van ons koor als eerste werd ingestudeerd.












West - zuid - west van Ameland

daar ligt een kolkje diep

daar vangt men schol en schellevis

maar mooie meisjes niet


Refrein:

Hoog is de zolder

laag is de vloer

mooi is het meisje

maar lelijk is de moer


Hoog - zuid - hoog, van Ameland

de ballast die ligt droog,

maar onder op de grond, ja grond

is hij zo nat als stront


Refrein:


Toen'k laatst van Suriname kwam

zag ik van ver een schip

Ik dacht dat 't aan de wolken hing

Maar het zat op een klip


Refrein:


En op die klip daar zat een koe

Een wonderbare koe

Die alle dagen kalveren moest

Ze was er naar aan toe


Refrein:


Het was een vruchtbaar jaar

het was een vruchtbaar jaar

dat alle vrouwen baarden

En …. de vader waar


Refrein: